De grote dromen van onze kleinste slapers

Ze mogen dan nog maar klein zijn, kinderdromen zijn vaak bijzonder groots. Zonder beperkingen, zonder sociale verwachtingen. Voor ons thema ‘Dromen’ vroegen we drie kinderen naar hun dromen voor zichzelf én de wereld. En de antwoorden? Die zijn hartverwarmend.

M. (5 jaar):

Wat wil je later worden?

Een lieve tijger. Want tijgers zijn meestal niet lief maar ik ben dat dan wel. En eigenlijk weet ik ook wel dat je als mens niet een tijger kan worden… dus dan wil ik wel een Boef worden. Want in het echt gaat het toch ook zo met de politie die de boeven probeert te vangen? En ik ben heel goed in Politie en Boefje.

Waar droom je van?

Dat mijn slaapkamer een bioscoop is met popcornmachine. En jullie kamer is een zwembad. En in de andere kamers hebben we een ijsbaan, een voetbalveld en Monkeytown! En dat is wel echt cool want als iemand dan ‘s nachts moet plassen, moet je eerst je schaatsen aan doen. En als jij ‘s ochtends wakker wordt, val je meteen in het zwembad! En iedereen heeft ook een knopje waarmee je kunt wisselen of bijvoorbeeld de schaatsbaan kunt uitzetten. 

En je droom voor de wereld?

Dat iedereen het fijn heeft. Want bijvoorbeeld nu in Oekraïne is dat niet zo. En dat vind ik niet leuk. 

O. (7 jaar):

Wat wil je later worden?

Turnster. Ik wil Simone Biles verslaan!

Waar droom je van?

Dat ik een soort gips dokter ben. En dat ik dan elke dag gips bij mezelf om kan doen en dat we dan thuis krukken en rolstoelen hebben en die kan ik dan gebruiken. En als ik er geen zin meer in heb, dan kan ik het zelf weer los knippen. Alle andere mensen mogen ook bij mij langskomen. 

En je droom voor de wereld?

Dat niemand meer plastic in de zee en in de natuur gooit. Want dat vind ik echt heel stom en ik begrijp ook niet waarom mensen dat doen. Er staan echt overal prullenbakken.